woensdag 27 juli 2011

Dinsdag 26 juli Leaving on a jet plane…

Wie naar de VS wil moet reizen. Hoe je het ook organiseert, het urenlange stilzitten en langzaam uitdrogen in een luidruchtige lichtmetalen sigaar hoort er bij. Wij deden dat eerder al met British Airways en Delta Airlines en deze keer was de keus op Icelandair gevallen. Een bliksembezoekje aan hun eigen – vandaag stormachtig en steenkoude – IJsland was bij de vlucht inbegrepen.

Deze keus had niet geheel toevallig te maken met de scherpe prijs waarvoor deze Noormannen ons wel van Amsterdam naar Washington Dulles wilden vervoeren. En zoals je voor een scherpe prijs meestal wat concessies moet doen, was dat hier ook het geval: een transfer in Reykjavik en zelf het eten aan boord betalen. Geen punt hoor, zolang het allemaal verder in orde is. Wat de op zich sympathieke IJslanders hier wel laten liggen is voornamelijk de kans om dan ook wat aan hun passagiers te verdienen. Op de 3 uur durende vlucht naar Reykjavik werd naast het piepkleine zakje ‘complimentary’ chips helemaal niets aangeboden en ook de luchthaven had tijdens de anderhalf uur durende transfer niets anders te bieden dan wat reepjes chocola, draadjesdrop en een klein broodje. Wij probeerden voorzichtig te becijferen welke omzetten je kunt genereren als je verveelde en hongerige reizigers echt iets lekkers zou aanbieden…. Gemiste kans. En ook op de 6 uur durende vervolgvlucht werd die niet gepakt. Wil je betalen voor maaltijden, hebben ze een bakje pastasalade of wederom een klein broodje en is de rest van het menu niet leverbaar…

Maar de pret mag het allemaal niet drukken: eenmaal geland in Amerika weet je meteen weer waar je bent. Alles is hier ‘easy’. De controles op de luchthaven verliepen vlot en correct, zoals ons in Los Angeles en New York ook al was opgevallen. De bagage was er op tijd en er stond een busje klaar om ons naar de autoverhuurder te brengen. Daar mochten we onze minivan zelf uit een rijtje kiezen, wat een luxe! In minder dan een uurtje na de landing reden we op de I 495 naar ons hotel. Airco aan, want het is hier met ruim 30 graden erg warm.

Metro Points Hotel ligt in het voorstadje New Carrolton. Het hotel is op zich prima, het decor is een typisch Amerikaans plaatsje. Wat moet je er over zeggen: brede wegen, tankstations, reclameborden, een mall, een Starbucks, houten palen met elektriciteitskabels.

Om 05.00 uur Nederlandse tijd kantelen we in bed. Avontuur nummer 3 in de VS is begonnen.

1 opmerking: